Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Waartoe Zijn Wij Op Aarde?

Wij zijn op Aarde om God te dienen en daardoor hier en in het hiernamaals gelukkig te zijn.
Wie is God? God is onze Vader die in de Hemel is.

Onze kater, Alex, ligt weer eens met zijn lijf zo onhandig over het toetsenbord dat ik steeds.. oh, gelukkig nu ligt ie ernaast, da’s beter.
Dat gebeurt me nu altijd. Als de huisdraak uit zijn fles komt en door het huis waart. Als ik iets belangrijks doe, zoals een nieuw muziekstuk componeren of een nieuw gedicht schrijven, of een essay dan komen hond en kat bij me zitten. De kat bovenop mijn handen; de hond onder mijn stoel, op mijn voeten. Alsof ze erbij willen zijn. Zo dicht mogelijk bij waar het gebeurt.

Die eerste zinnen komen, zoals alle met een katholieke opvoeding behepte jongens en meisjes (tot 1968) weten, uit de Catechismus.
Dat was een vraag en antwoord boekje dat je wegwijs maakte in de leringen van het katholieke geloof. Dat was heel handig. Dan wist je in principe wat iedereen bedoelde als er bepaalde termen (woorden, begrippen) werden gebruikt, en had je een handboek om op terug te vallen als er meningsverschillen waren.

Zo’n boekje zou iedereen moeten krijgen zodra men daarvoor de verstandelijke vermogens heeft, denk ik.
Het is een beetje als het woordenboek, waarin wordt geprobeerd om de betekenis vast te leggen van de woorden die we gebruiken.
Of zoals het reglement van een vereniging waar je lid van wordt.
Eigenlijk nog vóór het reglement: waar hebben we het over als we bepaalde woorden gebruiken en wat betekenen die voor ons.

Maar een objectief boekje, of een handleiding, ís er niet.
En daar komen uiteindelijk alle misverstanden en conflicten uit voort.
We weten niet waartoe we op Aarde zijn, of in elk geval verschillen de meningen hierover nogal.
Zelfs als je hier zelf, onafhankelijk over wilt nadenken, stuit je op het probleem dat onze Taal niet waterdicht of niet universeel vastlegt hoe het precies zit.
En vanwege dat laatste (universeel) noemden de katholieken zich katholiek. Omdat ze dachten dat ze een universeel idee te pakken hadden. Dat hadden ze misschien ook wel, wie zal het zeggen?

Na pakweg 1864 werd de universele leer der Katholieken geleidelijk aan vervangen door de ideeën van de nieuwe religie van de ‘Wetenschap’.
Daartoe richtten de propagandisten van deze Metenschap (die de eerste letter van hun leer ondersteboven zetten) de gebouwen op die de kerken en kathedralen in ongeveer honderd jaar moesten vervangen: de Universiteiten.
Dat is grotendeels gelukt.
Met name Thomas Huxley (de buldog) en zijn nazaten -op de wijze van prototypische spindokters- slaagden erin de publieke opinie van degenen die invloed hadden in de wereld om te buigen.
Ze kaapten hiervoor de ‘Evolutietheorie’ van de nietsvermoedende skeletten verzamelaar Charles Darwin om deze coup (de claim op het bezitten van de enige juiste universele leer) in gang te zetten.

In feite was deze omslag, deze staatsgreep, bedoeld om het idee van God of een Hogere Macht definitief uit de mensenwereld te verbannen. Het duurde nog geruime tijd voor ze (de lobbycommissies) zover waren doorgedrongen in het gemene gedachtegoed van de maatschappelijke elites (niet van het gewone volk) dat ze de Schepper konden begraven (God is Dood).

Alleen vergaten ze, de Metenschappers, om een universeel waardenstelsel, een onderbouwd moreel waardensysteem, toe te voegen aan hun nieuwe religie.
Een integraal, samenhangend, begrijpelijk, herkenbaar en voelbaar, universeel resonerend ‘tekstboek’ dat antwoorden geeft op de existentiële kwestie die in de titel van deze column wordt gesteld.

Het is leuk, aardig, belangrijk, mooi, misschien wel opwindend, om te onderzoeken hoe de wereld in elkaar steekt.
Maar als dat een vrijblijvende hobby blijft, waaruit niet de consequenties (mogen) worden getrokken voor ‘wat dat betekent voor ons individuele en collectieve gedrag’ dan is deze nieuwe ‘universele’ religie waarmee de elite van de maatschappij op de universiteiten (impliciet) wordt geïmpregneerd een soort nieuwe catechismus in de populaire serie: ‘Mens Zijn Voor Dummies’.

Dat boek willen we hier niet in huis. Daar zijn we het universeel over eens.
Inclusief de kater en de hond.
En ons huisdraakje..

Schrijver: Ton Hettema, 7 oktober 2017


Geplaatst in de categorie: moraal

3.1 met 8 stemmen 325



Er zijn 4 reacties op deze inzending:

Naam:
Karel Jong
Datum:
9 oktober 2017
Ja beste Ton, je gebruikt wat mij betreft helaas weer zware woorden. Een fractie meer relativering mag wel. Maar dat is een kwestie van smaak. Lees: 'iets opbouwen', 'afbreken'. En dan de indeling in een 'categorie' van mensen. Een keuze tussen 'nu en de toekomst'. We hebben het toch slechts over een column? En niet over een uitgebreide blauwdruk voor de toekomst?
Naam:
Ton Hettema
Datum:
9 oktober 2017
Ja, beste Karel, je commentaar doet me het verschil realiseren tussen de inspanning om iets op te bouwen en het gemak om met een kleine verdraaiing datzelfde af te breken.
Bij welke categorie mensen wil je horen? Die keuze staat in elke situatie tussen ons en de toekomst..
Naam:
Karel Jong
Datum:
7 oktober 2017
Ironie is Ton Hettema gelukkig niet vreemd. Zie zijn duiding van zijn eigen werk. 'Als ik iets belangrijks doe, zoals een nieuw muziekstuk componeren of een nieuwe gedicht schrijven of een essay (...)'. Duidelijk is, dat Ton niet van de straat is. Ik herken dat wel, als u mij toestaat. Als ik een filosofische beschouwing schrijf, een symfonie componeer in de stijl van Mozart, of over Carl Jung schrijf in de vakbladen. Op dat soort momenten doorbreekt onze parkiet vaak de stilte. Of een nest vliegen maakt zich los vanachter de dubbele schrootjeswand. Of de duvel ermee speelt.

Nooit gebeurt zoiets als ik in de neus peuter, of een Sinterklaasgedicht schrijf. Dan rest mij doorgaans niets anders dan de oude klare met enkele biertjes, ofwel de klassieke kopstootjes. Waar mijn gedachten of zinnen dan vervolgens heengaan? Meestal weet ik dat niet precies. Maar met de nodige verbale salto's en via enkele slingerpaden brei ik er dan wel een slot aan. Vaak lijken dat doodnormale zinnen. Maar doordat ik deze aan het einde van mijn beschouwing plaats, lijkt het net of ze een diep geheim bevatten. Voordat ik geheel nuchter wakker word, denk ik tot dat moment een literaire bijdrage te hebben geleverd.
Naam:
van Gellekom
Datum:
7 oktober 2017
Ik vind het boeiend geschreven.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)